In 1930 speelde hij in Goed gelapt, Lowieke, een kluchtfilm
Uit: De Belgische Film - Cinéma Belge / Kon. Belg. Filmarchief, 1999
Goed gelapt, Lowieke
Mechelaar Maurice Van Gijselens jongensdroom om ooit "een cinema te kopen" kon op latere leeftijd gedeeltelijk gerealiseerd worden. Van Gijsel slaagde er immers in zich op te werken tot ingenieur-elektricien en, zowel in Mechelen als in de omliggende dorpen, installeerde hij projectiecabines in plaatselijke parochiezalen. Maar hij wilde ook zelf filmen. Hij begon met het draaien van reportages (de begrafenis van koningin Astrid) en korte documentaires (Captage d'eau van Huizingen, Hofstade plage). Geïnspireerd door de revues die in de Mechelse zalen opgevoerd werden, maakte Van Gijsel Goed gelapt, Lowieke, zijn enige langspeelfilm.
Lowieke is de snuggere handlanger van tonnenmaker Jef Van Vaten, die door "de Jood" Schraepmans achtervolgd wordt met een nog niet vereffende (vervalste) schuld. Lowieke kan zijn baas helpen door samen met Jan Dop een travestietoneeltje op te voeren, Schraepmans te misleiden en hem een som geld af te luizen die overhandigd wordt aan de nietsvermoedende Van Vaten, die zo zijn schuld bij Schraepmans kan vereffenen.
De koldersituatie, de gags en de tussentitels in Vlaams dialect zijn
de ideale ingrediënten voor een lokaal en volks stukje film. Het personage van de joodse woekeraar getuigt uiteraard van de niet te miskennen antisemitische vooroordelen die in die tijd leefden.
De film en zelfs de programma-aankondigingen mochten -toen al - rekenen op steun van de plaatselijke brouwerij. Goed gelapt,
Lowieke kende helaas slechts een lokaal succes mede wegens een onbegrijpelijke KNT-notatie. Ontgoocheld hield Van Gijsel het bij
deze ene langspeelfilm. (MT)
van de Mechelaar Maurice Van Gysel
Uit een interview met Maurice Van Gysel verschenen in Film en Televisie, 1990.
. . .
F & TV: In 1930 schrijft, produceert, filmt en regisseert U een lange speelfilm met als litel Goed gelapt, Lowieke. Een klucht waarin enkele volkse figuren een uitbUiter straffen. Hoe is dit project ontstaan?
Van Gijsel: Alle films die in het Volksbelang werden vertoond. moesten 'gecensureerd' worden. Dit gebeurde door directeur Wauters, de onderpastoor van de Sint-Janskerk en mij Zo kon ik enorm veel films bekijken en bestuderen. In het Gildenhuis van de Sint-Jansparochie voerden Louis Thiel en zijn gezellen elk jaar een revue op. Daar kwam enorm veel volk naar kijken. Ik dacht we zouden zo'n revue kunnen verfilmen. Dan konden we die film ook in de zalen van het Volksbelang projecteren. We hadden ze toch ter onze beschikking Nergens werd er propaganda voor het Volksbelang gevoerd. Behalve met de revues van Louis Thiel. En met een film zouden we een groter publiek kunnen bereiken. In een bepaalde revue werden de misbruiken van de geldschieters aangeklaagd. Ik nam dan materiaal uit die revue over en weefde er een rode draad doorheen. Maar ik wou alles met een minimum aan kosten filmen. Uiteindelijk heeft die film mij 12.000 frank gekost. Een hele som in die tijd en ik heb er niets aan verdiend.
F & TV: Die geldschieter is eigenlijk een Jood. Die man wordt nogal bespot en gefolterd in uw film. Is dit een weergave Van het anti-semitisme in die tijd?
Van Gijsel: Ik wou gewoon het verhaal van een uitbuiter laten zien. In de scholen werd vroeger geleerd dat de Joden uitbuiters zijn. Zij waren de zwarte schapen. Vandaar dat die uitbuiter beantwoordt aan de volkse voorstelling van een Jood. Zijn tegenstanders willen hem een les geven en hij komt dan In een aantal hachelijke situaties terecht. Dit is trouwens gebaseerd op een echt gebeurd feit. Maar er zit ook een moraalles in de film: de oneerlijkheid moet gestraft worden.
. . .